Bijkomende administratie

Het is aan u, als werkgever, om te beslissen of u uw personeel toegang geeft tot een mobiliteitsbudget. Daarna beslist de werknemer vrij of hij al dan niet ingaat op uw aanbod. Het kan hem niet worden opgelegd. Als de werknemer ingaat op uw aanbod, dan mag hij het bedrag dat u voorziet voor een bedrijfswagen, vrij besteden binnen de voorstellen die u als werkgever doet. Sanders: “Bedrijfsleiders die hiervoor opteren, doen er goed aan vooraf met hun werknemers te overleggen welke voordelen ze in ruil voor het inleveren van hun grote auto wensen. Dat biedt naderhand meer kans op succes.” In de enquête gaf 40% van de werknemers aan een kilometervergoeding te willen ontvangen, 22% koos voor een jaarabonnement op het openbaar vervoer en 13% voor een bedrijfsfiets. Daarnaast was er ook een behoorlijke belangstelling om een deelauto van het bedrijf te kunnen gebruiken. Dit alles geeft uiteraard een pak bijkomende administratie, geeft Sanders toe. “Maar dat kan grotendeels worden opgevangen met hr-tools, die een link hebben met de betaalrol.”

Voorwaarden

Niet iedereen komt echter in aanmerking voor een mobiliteitsbudget. Zo kan u als werkgever maar een mobiliteitsbudget invoeren als u gedurende 36 maanden voorafgaand aan de invoering een of meerdere bedrijfswagens ter beschikking van uw personeel stelde. Het mobiliteitsbudget kan ook enkel worden toegekend aan iemand die op het moment van aanvraag al minstens 3 maanden ononderbroken over een bedrijfswagen beschikte of in die periode ervoor in aanmerking kwam en in de 36 maanden voor de aanvraag minstens 12 maanden een bedrijfswagen had. Dat geeft vandaag soms problemen”, aldus nog Sanders. “Denk maar aan mensen die promoveren. Zij worden nu naar een bedrijfswagen geduwd. Pas al ze voldoen aan de tijdsvoorwaarde hebben ze recht op een mobiliteitsbudget. Daarom werden binnen de Nationale Arbeidsraad al aanbevelingen gedaan om dit aan te passen.” Voor nieuwe ondernemingen en nieuwe werknemers gelden sowieso soepelere voorwaarden.