Meer weten over de tienjarige aansprakelijkheid
Aannemers en architecten zijn in meerdere opzichten aansprakelijk tijdens de ontwerp- of de bouwfase van een nieuwbouw- of een renovatieproject. De tienjarige aansprakelijkheid die hen door artikels 1792 en 2270 van het Belgisch burgerlijk wetboek wordt opgelegd, is wel degelijk een van de zwaarste die ze moeten dragen.
Wat bedoelt men met 'tienjarige aansprakelijkheid'?
De aansprakelijkheid van de bouwers (aannemers, onderaannemers, architecten, adviserende ingenieurs en studiebureaus) kan tien jaar lang na de oplevering-aanvaarding van de werken worden ingeroepen voor fouten die de stabiliteit en de soliditeit van het nieuwe of gerenoveerde gebouw of een van de belangrijkste delen ervan in gevaar brengen.
De tienjarige aansprakelijkheid is van openbare orde: dit betekent dat het verboden is om de aansprakelijkheid af te zwakken of zich er door een contractuele bepaling aan te onttrekken.
Wie is aansprakelijk voor wat?
De architect is aansprakelijk voor fouten
- voortkomend uit ontwerpfouten
- voortkomend uit uitvoeringsfouten door de aannemer en die hij (de architect) had moeten identificeren (waardoor ze dus vermeden of hersteld kunnen worden) in het kader van zijn opdracht om de werken te controleren.
Als de architect het ontwerp van de werken uitbesteed aan een studiebureau, dan is de tienjarige aansprakelijkheid van toepassing op dit studiebureau. Maar als de architect de manifeste ontwerpfouten van het studiebureau niet identificeert, dan kan zijn tienjarige aansprakelijkheid aangesproken worden.
De aannemer staat garant voor de fouten die toe te schrijven zijn aan uitvoeringsfouten. Als de architect manifeste ontwerpfouten maakt en de aannemer deze niet meldt, dan wordt zijn tienjarige aansprakelijkheid aangesproken.
Wat zijn de fouten waarvoor de tienjarige aansprakelijkheid kan worden ingeroepen?
De belangrijkste principes van de tienjarige aansprakelijkheid betreffen in de eerste plaats de ernstige fouten aan het bouwwerk die de stabiliteit of soliditeit van het gebouw in gevaar brengen, zoals:
- fouten die verband houden met gebreken aan de bodem;
- fouten aan de funderingen;
- de instabiliteit van het bouwwerk;
- dichtheidsproblemen als deze de stabiliteit of soliditeit van het gebouw in gevaar brengen.